5 kilometer | 19:48 (19:48) |
10 kilometer | 39:31 (19:43) |
15 kilometer | 59:26 (19:55) |
20 kilometer | 1:19:18 (19:52) |
Halve marathon | 1:23:54 |
25 kilometer | 1:39:41 (20:23) |
30 kilometer | 1:59:36 (19:55) |
35 kilometer | 2:19:33 (19:57) |
40 kilometer | 2:39:58 (20:25) |
Bruto tijd | 2:49:17 |
Netto tijd | 2:49:07 |
De voorbereidingen waren dit (voor)jaar beperkt: lange winter, veel sneeuw en ijs, veel geschaatst ipv hardlopen, weekje ziek wat de zwaarste trainingsweek had moeten zijn; en minder gefocust, toch wel vanwege ziekte van pa. Maar goed, er moest toch weer een marathon gelopen worden dit voorjaar en had eerder goede herinneringen aan R'dam.
Na heel beperkt te hebben ingelopen (wegens te krappe planning; tsja, met twee kinderen verplaats je je niet zo snel door een mensenmassa), het startvak in.
Lee Towers staat weer op z'n hoogwerker het wandelliedje te zingen. Ik vond hem vandaag minder in vorm - kwam waarschijnlijk door de wind. 't Kanon deed het wel prima en daar gingen we weer: een 8-tje draaien door R'dam. Tussen de muziek en vele aanmoedigingen door, herkende ik de roep van mijn broer. Ik zie hem niet maar zwaai. Later bleek dat mijn supporters daar inderdaad met z'n allen stonden: Judith en onze jongens en broer Christiaan mijn zijn kindjes.
Al een paar weken heb ik mij gebrainwasht met het adagium 'rustig starten!'. Bijvoorbeeld: mijn password dat ik meerdere keren per dag moet intypen, is iets van die strekking. Trainer Wim had mij ingeprent: laat de stroom lopers maar van je weglopen; je zal zien dat je de eerste na 3km alweer terughaalt. Nou, dat klopte wel aardig.
De eerste 10, 15 gingen heel makkelijk. Dat mocht ook wel gezien het tempo. Wel grappig om af en toe 'uitgehoord' te worden door de koplopers van groepjes die ik heel langzaam inhaalde. We liepen toen iets onder 4'/km, goed voor een eindtijd van 2.48'48". De meeste die ik toen sprak wilden iets onder de 3uur lopen. "Nou, dan zou ik maar wat rustiger aan doen", opperde ik, en liep langzaam van ze weg terwijl we elkaar succes wensten. Dit sterkte mij wel in mijn aanpak en bevestigde de tip van Wim.
Bij 10 en later 15km word ik weer aangemoedigd door broer, nichtjes en neef. Het gaat nog steeds heel makkelijk. Inmiddels loop ik in een goed groepje. Hier blijf ik inzitten, immers straks krijgen we wind op kop. Bij 18km draaien we richting noordoost en ik kruip lekker achteraan in het groepje. Ik kijk uit naar de 20km: daar staan mijn geheime wapen te wachten: haas Niek. Hij loopt de estafette voor TNT. Hij heeft een stevige 10km wedstrijd in de benen en maar een paar minuten rust als ik langskom. Hij overhandigt mijn flesje toverdrank. We passeren het halve marathonpunt: net onder de 1.24. Mijn zelfgemaakte polsbandje met tussentijden had anderhalve minuut sneller beoogd, maar 't is niet anders. De versnelling moet nog komen, houd ik mezelf voor. Ondertussen loopt het tempo wel op, d.w.z. we gaan langzamer. Mijn gps-klokje staat regelmatig op boven de 4-minuten. Ik verdenk het groepje ervan dat ze teveel inzakken en besluit dat we verder naar voren moeten. Niek raakt gelukkig op dreef en met z'n tweeen nemen we de kop over en al spoedig laten we het groepje achter ons. Het zijn hier wel zware kilometers. Dit blijkt later ook uit de 5km-tussentijden: 20'23" terwijl het gros onder de 20' gaat.
Eindelijk gaan we de Erasmusbrug over: dit is wel een van de drie grotere kippenvel momenten van de wedstrijd: heel veel enthousiast publiek in een mooie entourage. Het ander kippenvel moment volgt spoedig daarna als we vlak bij de Coolsingel zijn: Judith, Eyoel en Yohannes staan langs de kant. Judith juigt, Yohannes staat klaar voor de high-five en Eyoel houd een sqeeze in de hoogte. Hij heeft goed opgelet bij het omkleden: op een breed elastiek onder m'n hardloopbroekje draag ik een achttal van die zakjes met koolhydragen-gel met me mee. Later hoor ik dat hij er eentje gevonden had: "voor papa".
Ondertussen gaan de kilometers verder en Niek houdt nog steeds vol op kop. De brug en omgeving Coolsingel heeft energie gegeven en we hebben er een stevig tempo inzitten. In ieder geval, ten opzichte van onze medestrijders.
Aan de andere kant van de weg loopt de kop van de wedstrijd: zij passeren de 40km en zijn nog met z'n drieen, waarvan er eentje moet lossen. Ooit lopen Eyoel en Yohannes daar ... misschien.
Maar eerst ik nog even. We lopen het Kralingse bos in. 't Is hier rustig, bijna geen publiek. Wel verderop, 150m voor ons een grote groep. "Niek: over 5km hebben we die groep ingehaald", "Oke". En inderdaad, heel langzaam komen we dichterbij, en 'eten' de een na de andere 'afvaller' op.
Ongelooflijk hoe Niek het weet vol te houden. Na een 34er op de 10k (z'n eerste) nu al 16km lang: de afstand Dam-tot-dam in 1uur4. En dan ook nog water aanreiken en aanmoedigen.
Bij ~37 houdt hij het voor gezien: Martijn, hou vol. Veel tijd voor afscheid nemen is er niet. Ik moet verder. Nog 5 te gaan. Die versnelling naar 3.50 is niet echt gelukt, maar ik mag het nu echt niet laten lopen: dan zou dat rustige starten, al die sqeezes, het hazen, enz voor niets zijn geweest. De benen zijn het daar niet helemaal mee eens. Die vinden het wel welletjes. Ik beloof ze dat verderop, bij het einde van de Kralingerplas, de wind weer een beetje gaat helpen: vriend en vijand voor hardlopers. Ach ja, die benen, al 16 marathons hebben ze die laatste km's nooit leuk gevonden en al 12 jaar lang hebben ze geen keuze.
De laatste loodjes. Ik nader de 40km. Rekenen gaat niet meer zo goed, maar nog goed genoeg om bij 2.39 op de klok te beseffen dat er nog ruim 9 minuten bij moet. Zelfs 2'48'48" ga ik niet halen: de mooie eindtijd die hoort bij 15km/uur. Maar. Ik blijf knokken om daar in de buurt te blijven. Ik geef niet op. Het rustige starten moet nu geoogst worden. Hier ergens ga ik mijn alter-ego inhalen die weer veel te hard gestart is en nu meer dan 4en halve minuut nodig heeft per kilometer. En inderdaad. Het lijkt alsof ik samen met een enkele mede hardloper in de staart van een (wandel)wedstrijd ben beland. Ondertussen weet ik ook heel goed, dat de echte hardlopers al gefinisht zijn.
Ik volhard. Het tempo is wel eens minder geweest tijdens de laatste kilometers. He, daar staat Christiaan weer. Ik verzeker hem dat ik de finish wel ga halen, terwijl ik tevens met mijn wijsvinger over mijn hals strijk. Ik heb het echt wel gehad.
Nog even nog. De blokwoningen komen voorbij en zowaar, ik haal nog een NK-H45 in. Ook hij staat niet op m'n lijstje met favorieten (staan ook op m'n polsbandje), die zijn natuurlijk al klaar. Nee, over dat klassement maak ik me al een poosje geen illusies meer.
200 Meter na het 41km punt staat er weer een streep: nog 1 km te gaan. Ik controleer of mijn H45-concurrent nog volgt. Vast wel, maar niet in mijn buurt. Toch sprint ik de laatste 500 voor de zekerheid. Fraai moment: finish-straat op de Coolsingel. Nog ~100m als de finish klok 2.48 wegtikt...
Even later constateer ik dat ik het toch weer gedaan heb. Geen supertijd, maar wel goed volbracht tot het eind aan toe.
Oh ja, het derde kippenvelmoment. Dat was van de kou: na de finish opkleden op een tochtig Hofplein.
Voor de zekerheid toch nog even ter plekke de uitslagen gevraagd: 10e H45. (Toch goed dat ik die ene nog inhaalde in de laatste kilometer.) Mijn huiswerk klopte redelijk, behalve de nummers 1 (2:36) en 2 (2:38), die kwamen niet in mijn lijstje voor. Kortom, al had ik 2.44 gelopen, dan nog geen erepodium.
Tot slot, alle eer aan mijn haas en aan mijn supporters. Niek wist op heel prettige wijze mij door de moeiljike momenten heen te halen. En mijn supportes: gewoon heel lief dat ze erbij waren.
Ook bedankt iedereen die mij van te voren succes hebben toegewenst. Meest speciaal was toch wel: pa door de telefoon.